zaterdag 24 november 2012

Zwammen in de mist

Mist vandaag... druppende bomen en gedempte geluiden.
Herr Walther, de Duitse Pinscher, rook overal mollen. Onder het maken van knorrende geluidjes struinde hij over de velden.
Af en toe wat kluiten in de lucht smijten, drukke pasjes maken en weer naar de volgende molshoop rennen. De mollen bleven ondergronds en Herr W. gaf de strijd op. Dan maar een konijn achterna rennen. Of was het een haas?






 Het leverde niets op, hoewel... men kan ook plezier hebben aan het jagen alleen.





In het bos waren de draden van de spinnenwebben goed te zien door de druppeltjes.
Hier drie boomzwammetjes (Marike weet jij welke?), fragiele hoedjes die ook bezoek van een spin hebben gehad.

 
Op een boomstronk de veel voorkomende geweizwammetjes. Bij het aanraken kwam er een wolkje wit poeder uit dwarrelen.
I

vrijdag 16 november 2012

(Vlaamse) Gaai

De eerste pindanetjes zijn weer opgehangen in de tuin. Aan de bolplatanen hangen nu twee netten vol met smakelijke pinda's. De Vlaamse Gaai is fan geworden van één net. Zijn favoriete net hangt dicht bij een paaltje.

De gaai is een veelvraat! Binnen een paar uurtjes heeft hij het halve net leeggepikt. Soms slikt hij nootjes meteen op en soms klemt hij ze tussen zijn poten en eet ze ter plaatse op.
Als het net bijna leeg is blijft hij zoeken naar restanten van nootjes en scheurt het net bijna aan stukken.Daarbij valt hij regelmatig bijna van het paaltje en hangt dan ondersteboven aan het net.


Voor het gemak grijpt hij het net met één poot vast en probeert zo de nootjes te vinden tussen de lege doppen.

Van tijd tot tijd vliegt hij even weg om weer snel terug te keren naar zijn snoepkotje. Waarschijnlijk heeft hij zijn ingeslikte nootjes ergens verborgen op een geheime plek als een soort wintervoorraad. Normalerwijs vormen eikels zijn voorraad, maar dit jaar zijn er bijna geen eikels en dus komen de pindanetten goed van pas.

De gaai kan wel 6 eikels in één keer meenemen: vijf in de slokdarm en de keel en een zesde in de snavel. Hij begraaft de eikels – soms honderden per dag-  en eet er regelmatig van. Vooral in magere tijden, tegen het einde van de winter, komt de wintervoorraad goed van pas, al weet hij lang niet altijd waar hij alles heeft verborgen. Daardoor kunnen eikels die niet meer terug gevonden worden ontkiemen in het voorjaar en ontstaan er weer nieuwe eikenbomen. Gaaien zijn dus natuurlijke bosbouwers.


Gaaien eten ook insecten, bessen, eieren, muizen, jonge vogels, maar eikels zijn hun lievelingsmaal. Als er in Noord- of Oost-Europa weinig eikels rijpen, vliegen de gaaien bij duizenden ons land binnen. Dus misschien is dit geen Nederlandse gaai maar een Pool of een Zweed.
Dat is misschien ook de reden dat de vogel officieel niet meer Vlaamse gaai heet maar gewoon Gaai.












dinsdag 7 augustus 2012

Mooie Motten


Bij motten denk je al gauw aan bruine en grauwe vlindertjes in het donker. Maar de Stippelmot zit gewoon op klaarlichte dag op een bloem in de tuin. Hij mag dan ook gezien worden met zijn witte vleugels met zwarte stipjes.

De larven van deze mot maakt een spinsel dat een plaag kan worden. Schijnt in 2011 in een Roosendaalse straat gebeurd te zijn, bomen vol met taaie kleverige spinsels. 
 

 Er zijn ruim 700 soorten spinselmotten!

zondag 29 juli 2012

Vlindergefladder

 Nog meer vlinders, zou het echt zomer zijn???
                             
                                                     Bont zandoogje



Dagpauwoog

Bruin zandoogje



Dagpauwoog in disguise












 Een Dagpauwoog ziet er met dichtgeslagen vlinders totaal anders uit. Bijna onherkenbaar voor zijn belagers. Als die naderen slaat hij supersnel zijn vleugels uit en de belager schrikt. Van dat moment maakt de Dagpauwoog gebruik om er van door te gaan.

De vlinders op de foto's zitten allemaal op hun favoriete heester, de vlinderstruik die op dit moment in volle bloei staat. De vlinderstruik (Buddleja) zie je in alle tinten paars en ook wit.
Iedereen moet hem in de tuin hebben!!!





donderdag 26 juli 2012

Munthanenthee

De een heeft een Barnevelder haan in zijn tuin en de ander een munthaan. Het verschil is groot.
Wij hebben de munthaan of beter het munthaantje. Hij zit op de muntplant waar ik regelmatig takjes van gebruik om heerlijke muntthee te zetten. Toevallig weet ik wat zo'n glaasje thee op een Rotterdams terras kost. Bij ons is het gratis en vers van de plant. De muntplant ziet er op verschillende plekken mottig uit want het munthaantje is flink bezig geweest.

 De larven van de munthaan eet grote gaten in de bladeren. Gelukkig is de familie munthaan bij ons niet zo groot. Er is nog genoeg muntplant voor een lekker potje thee.

Ze zijn wel mooi die munthanen, zeker als de zon er vol op schijnt. Alleen houden ze daar niet van want ze zitten bij voorkeur onder het blad.

Baden in de kloostertuinvijver

In de vijver van de kloostertuin zitten de kikkers op de houten rand van de vijver te zonnebaden. Als je er langs loopt hoor je steeds 'ploep ploep' want dan nemen ze een duik.
Ze houden er niet van om gestoord te worden bij het zonnebaden.


 Na wat gestommel in het water komen ze weer terug in de zon. Maar dan op een lelieblad of zo maar wat drijvend met de bolle ogen boven water.

woensdag 25 juli 2012

Fladderen

Nog niet veel vlinders gezien deze 'zomer'. Maar gisteren was het dan zo ver! Het bruine zandoogje deed onze tuin aan. Wat zeg ik, twee bruine zandoogjes deden onze tuin aan. Daar zat ik op te wachten want vlinders betekent toch altijd zon, bloemen en schoonheid.
Het bruin zandoogje vliegt door heel Nederland en is dus voor de vlinderologen niet zo heel speciaal. Dit dus niet zo spectaculaire vlindertje is met name aan te treffen in weilanden en bosranden. Er moeten wel bloemen staan natuurlijk.

 Het bruin zandoogje (Maniloa Furina) is het meest getelde vlindertje. Maakt niet uit want ik was blij dat hij/zij mijn tuin aan deed.

maandag 2 juli 2012

Uit de kast

Vlak bij mijn tuin hangt ergens een bosuilenkast. Hij hangt er nog niet zo lang en was tot voor kort alleen populair bij kauwen. Van ver af kon je vorig jaar al horen dat ze bezig waren met het kraken van de uilenwoning.


Dit jaar werd de woning eindelijk gebruikt waar hij voor was bedoeld. Een bosuilenechtpaar nam zijn intrek en eigenlijk zag ik dat pas nadat de jongen voor de opening van de kast zaten. Heel voorzichtig heb ik wat foto's gemaakt. Eerst zag ik maar één jong uiltje nieuwsgierig uit de kast hangen, maar een dag erna zag ik vier kopjes. Omdat ik niet dichterbij durfde komen kon ik maar beperkt foto's maken. Vermoedelijk is het moeder bosuil geweest en drie jongen. Maar misschien ook vader, moeder en twee jongen.
Na verloop van tijd kwamen de kleine uilen steeds verder uit de kast. Aandoenlijk om te zien hoe hun enorme zwarte ogen nieuwsgierig rond keken. Ze hadden nog wat pluisje op hun kop en dat gaf nog meer een vertederende aanblik.

Een uilennest kan twee tot vier jongen bevatten. Dat hangt onder onder andere van de voedselvoorraad af. Als de jongen drie weken zijn kunnen ze al een hele muis verslinden. 
Na een maand komen de uiltjes helemaal uit de kast en heten dan takkeling. Ze zitten vaak in de buurt van het nest op een tak om van daaruit te leren hoe je prooien moet vangen. Soms zitten ze ook een beetje verdwaasd op de grond in de buurt van hun nest. Ze kunnen enorm snel tegen een boomstam op klimmen als er gevaar dreigt.
Ondanks dat redt 50 % van de bosuiltjes  het niet en sterft kort na het uitvliegen. Helaas geldt dat ook voor een van 'mijn'  uiltjes. Ik vond de restanten van het beestje twee weken na het uitvliegen. Waarschijnlijk was hij al wat langer dood omdat er alleen nog veren lagen. De donsjes waren nog goed te zien.


zondag 1 juli 2012

Papaver



Gisteravond een gigantische plensbui in de tuin. Donkere inktzwarte lucht en een flinke wind. Niet lang maar de papavers vonden het genoeg om hun blaadjes dicht te vouwen. Na de regenbui mag iedereen weer zien wat ze te bieden hebben.

woensdag 13 juni 2012

Spechtendrama

Een paar dagen geleden kwam de heer GBS (grote bonte specht) met zijn zoon in onze tuin. Vader Specht herinnerde zich kennelijk van afgelopen winter dat er een net hing met pindanootjes. Heel geschikt voor een les 'nootjes-uit-de-dop-halen'. Zoon moest toekijken hoe vader de nootjes uit het net ramde met een razendsnelle roffel.


Af en toe keek pa naar zijn zoon
alsof hij wilde zeggen: Heb je nou gezien hoe het moet?
Zoonlief was echter meer geïnteresseerd in de nootjes die vader in zijn snavel had dan in de werkwijze. Hij zat een eind verder weg in de eik luid te kwekken om pa tot spoed aan te manen. En vader die roffelde als een bezetene op de notendoppen en vloog op en neer van de eik naar het net.

De hersenen van een specht zijn ingekapseld in een soort schokdempend weefsel. De specht kan dus zonder hoofdpijn te krijgen enorm snelle roffels weggeven waar menig drummer jaloers op zou zijn. Terwijl hij bezig is houdt hij zich tegen de boom (of pindanetje) in evenwicht met zijn staartveren.

Vader GBS zag er overigens verfomfaaid uit. Het had net flink geregend en hij had met de opvoeding van de jongen een zware tijd achter de rug. Want ook al zijn ze uit het nest, spechtenjongen blijven nog veertien dagen zeer opdringerig bedelen bij hun ouders. Zoon GBS zag er een stuk beter uit dan zijn vader, glimmend strak in het pak en een stukje forser.
Moeder GBS was in geen velden of wegen te bekennen. Die was misschien bezig met een ander jong. Vrouw en man verschillen onder meer van elkaar doordat de man een rood 'hoedje'  op zijn achterhoofd heeft. Jonge spechten hebben dit ook nog maar bij de vrouwen verdwijnt het als ze volwassen zijn. 
Na tig keer op en neer gevlogen te zijn had pa er genoeg van en samen vlogen ze weg.

De volgende dag hoorden we een enorme dreun tegen de ruit van de schuifpui. De zoon was tegen het glas gevlogen. Kennelijk had hij de wijze lessen van zijn vader niet opgevolgd en moest deze onoplettendheid met de dood bekopen. Stil lag hij met een geknakt nekje en dichte oogjes op de grond. Toen pas zagen we hoe mooi hij was. Even later hield zijn hartje op met kloppen en hebben we hem begraven.




maandag 11 juni 2012

Aan de oever van de kloostervijver...

Grenzend aan mijn achtertuin ligt het voormalig klooster van de broeders van Huijbergen.
Officieel heet de orde de Congregatie der Christelijke Broeders van de Onbevlekte Ontvangenis van de Allerheiligste Maagd en Moeder Gods Maria onder de bescherming van de H. Franciscus.  Maar dat weet bijna niemand.

Bij de vijver in de voormalige kloostertuin was het gisteren goed toeven. Een uitgelezen dag om libellen te scoren. Zonnig helder weer na een regenperiode.  Zit ik net geïnstalleerd met mijn nieuwe statief , komen er hordes kinderen aan met visnetjes en grote emmers. Alleen om kikkers te vangen, te bekijken en dan weer terug te gooien, zeiden ze. Gelukkig lieten ze mijn hoekje van de vijver met rust.



Bij de rietstengels aan de randen van de vijver was er een druk vliegverkeer van een Viervlek, bezig met het afbakenen van zijn territorium. Na steeds hetzelfde rondje gemaakt te hebben bleef hij even rusten op een rietstengel. De viervlek op de foto behoort tot de korenbouten, een middelgrote libellensoort. De mannetjes verdedigen vaak hardhandig hun terrein.  Als er een vrouwtje in de buurt komt wordt er onmiddellijk actie ondernomen. Er moet voortgeplant worden. De man pakt met zijn achterlijfaanhangsels de vrouw bij haar kop en beschouwt haar als de zijne.
De eitjes worden door het vrouwtje onder het toeziend oog van het mannetje boven het water of net onder het wateroppervlak afgezet.























Van dichtbij zag ik het vrouwtje keizerlibel, die tot de glazenmakersfamilie hoort, met haar achterlijf een gat in de waterlelieplant boren om daar haar eitjes af te zetten. Het mannetje zag ik wel steeds vliegen maar hij liet zich niet fotograferen. Hij had het waarschijnlijk te druk met het verjagen van concurrenten en bovendien moest hij er op letten dat het vrouwtje de eitjes in eigen territorium afzet.

Het sierlijkst waren de waterjuffers met hun prachtige blauwe kleur. De soort in de kloostervijver is niet zo groot van stuk en behoort tot de Azuurwaterjuffers 
 Terwijl ik in het zonnetje aan de waterkant zat te genieten werd de voortplanting volop in praktijk gebracht en bij voorkeur met een hele groep tegelijk. Allemaal hetzelfde acrobatische kunstje.

waterjuffer-acrobatiek









Circus op het lelieblad








Op mijn schoen die boven het water bungelde verscheen opeens een Vuurjuffer die zich gemakkelijk liet fotograferen en daarna verder ging.



Ondertussen hadden de kikkers hun toevlucht gezocht op de leliebladeren midden in de vijver waar de kinderen niet bij konden. Opeens gaf een van hen een luide kwaakbrul en van een naburig blad sprong een andere met een grote sprong in het water. Hij zwom naar de kwakende kikker en ging naast hem op het blad zitten. De rust keerde weer en het was goed zo.

zonnende kikkers



vrijdag 8 juni 2012

Grenspark De Zoom-Kalmthoutse heide


Veenpluis bij de kleiput

De Kleiput is een ven aan de rand van het Grenspark en een van mijn favoriete plekken.
Vroeger hoorde het bij een steenfabriek en nu is het een paradijs.
Aan de rand van het ven bloeit de kleine zonnedauw, een vleesetend plantje, dat wettelijk beschermd is in Nederland.


 De langgesteelde bladeren van de plant zijn opstaand en omgekeerd eirond.  Op de bladeren zitten  kleverige, klierweefsel bevattende, haardunne tentakels. Hiermee vangt de plant kleine insecten. Het blad rolt om het insect heen en scheidt verteringsenzymen uit. De hierbij vrijkomende voedingstoffen, zoals stikstof, worden door de plant opgenomen.
De kleine zonnedauw komt voor op stikstofarme, natte, zure heidevelden en veengrond.



Om duidelijke foto's te maken van de kleine zonnedauw moet je de camera bijna op de grond leggen of het statief helemaal openvouwen. Van dichtbij zie je de insecten zitten en ben je getuige van hun langzame gruwelijke dood. Voor drie azuurblauwe waterjuffers was ik de redding in de nood. Heel voorzichtig heb ik hun doorzichtige vleugeltjes losgemaakt en zonder voor mij nog even te poseren vlogen ze weg.
 De vlieg op onderstaande foto was al dood toen ik hem/haar fotografeerde. Een flinke vangst voor de zonnedauw, want de meeste slachtoffers waren veel kleiner.

dood van een vlieg...